Noordpolderzijl rit ◂ ▸
Voor de 19e juli heeft Jan, of was het Ton, een forse rit naar het hoge noorden van Groningen voorbereid. Ruim 400 km vermeldt het programma en mede daarom is ook de vertrektijd aangepast. In plaats van de gebruikelijke vertrektijd van 10:00 uur heeft Jan voor 8:00 uur gekozen. De wekker maar op 7:00 uur laten staan en toen die begon te spelen er direct maar uit gekomen, iets wat ik normaal meestal niet doe.
De eerste blik naar buiten leerde mij dat het flink regende, dus direct maar even de buienradar geraadpleegd. Die gaf aan dat de buien kort na 8 uur in noordoostelijke richting zouden wegtrekken. Dan ook nog maar even de site bekijken, misschien heeft Jan de vertrektijd op het laatste moment nog even verzet naar half negen of zoiets, maar nee hoor niets van dat alles, gewoon op de afgesproken tijd. Na het gebruikelijke ochtendritueel dan maar voorbereiden op een regenrit en de motor, die ik de vorige dag al had volgetankt en wat andere zaken gecontroleerd, uit de schuur gehaald en onder de carport gezet. Dan hoef ik tenminste niet te beginnen met een klets nat zadel.
Als ik dan om ongeveer 20 min vóór acht vertrek richting Lindeboom realiseer ik mij dat de gebruikelijke route daar naar toe geblokkeerd is doordat er in de Colmschaterstraatweg een 2e inzinkbare blokkeerpaal wordt aangebracht en nu halverwege die operatie geheel ontoegankelijk is geworden. Dan maar verder doorrijden naar de Crödderbrug en als ik dan bij de Lindeboom aan kom staat alleen Jan er al te wachten, hoewel ik op enige afstand een motorfiets zie die wel eens aan Jan Amelink kan toebehoren, maar die zie ik niet. Na korte tijd komen eerst Halit en vervolgens Cor aangereden. Natuurlijk ontbreken Henk en Berna niet en volgens Jan Korting moeten er nog 2 Kortings komen, maar die bleken zich wat te hebben verlaat doordat er een tankstation zo vroeg nog niet open bleek. Inmiddels kwam ook Jan Amelink aangewandeld, hij was erg vroeg geweest en trof toen niemand aan op ons vertrekpunt en had even wat winkels van de plaatselijke middenstand bewonderd.
Enfin, even na 8:00 uur zijn we met 9 motoren en evenzovele berijders en vind Jan het tijd om te vertrekken. Het begin van de rit gaat dan richting Heeten en juist voor de brug over het Overijssels kanaal houden we nog even halt om de achterste rijders even gelegenheid te geven om aan te sluiten, maar dan gaan we echt van start. Via Haarle en Hellendoorn gaat het verder in noordoostelijke richting. Daarna volgen we voor een flink stuk het kanaal langs Vroomshoop.
Als we daar langs gaan verbaas ik mij er altijd weer over hoe breed dat kanaal is en hoe weinig beroepsvaart je daar ziet. Ook de bruggen waarlangs we verschillende keren van oever wisselen maken op mij een zeer moderne indruk, dus zal het toch wel een belangrijk kanaal zijn.
Na Coevorden zien we voorlopig geen kanaal meer en gaan we verder in noordelijke richting en als we in de buurt van Emmen op de N34 komen gaat voor het eerst het gas wat verder open, maar bij Odoorn is het al weer gebeurd en gaat de rit verder langs de Hondsrug. Hier valt op dat het een lang recht stuk weg is met aan de ene kant een lint van huizen die er uit zien als kleine boerderijen en aan de andere kant uitgestrekte landerijen.
Om ongeveer kwart voor tien komen we aan bij cafe-restaurant Spa in Tweede Exloërmond waar we de eerste stop maken en koffie met wat erbij in het letterlijk “bruine” café gebruiken. Gelukkig had Jan ons aangemeld anders waren we mogelijk voor een dichte deur gekomen want de normale openingstijd op zondag is 10:30 uur en dit was zo ongeveer de tijd waarop de motoren weer gestart werden voor het volgende stuk van onze toerrit. Vanaf hier komen we in het gebied van Oost Groningen, het gebied wat vroeger een belangrijke graanschuur voor Nederland was. Hier tref je enorme oude en pompeuze boerderijen aan waarvan de woonhuizen naar de omgeving duidelijk moesten maken dat de eigenaar over flink wat zakcenten beschikte. Tegenwoordig zijn vele van deze boerderijen voor weinig te koop.
Inmiddels hebben we ook de kunstmatige “Blauwe Stad” gepasseerd. Dit gebied was voorbestemd voor het bouwen van vele dure woningen in een waterrijke omgeving en was gericht op nieuwe bewoners uit het westen van Nederland.
Tot nu toe is de animo van de welgestelde bevolking niet erg hoog gebleken en zijn er nog vele kavels te koop.
Onze rit gaat verder richting Termuntenzijl, waar we langs het vis restaurant Westerhuis komen, nu niet om daar even aan te gaan of aandacht te schenken aan een van de gemalen die daar ook staan. Dat hebben we een paar jaar eerder gedaan toen we daar naar toe geweest zijn met Peter en Trijnie.
Intussen zijn we ook in regenachtig weer terecht gekomen, waarvan ik eerst dacht dat we sneller achter de buien aan reden dan dat die buien naar Duitsland konden wegtrekken, maar naar later bleek werden we getroffen door een volgende zone met buien. Goed, de rit ging verder richting Delfzijl en daardoor moesten we eerst door het bijbehorende industriegebied met vele windturbines, die overigens niet allemaal draaiden. Kennelijk stroom genoeg en dan te bedenken dat de aluminium smelterij in daar niet kon renderen vanwege de dure elektriciteit.
Wij rijden nog verder naar noord Groningen waar het lijkt of het land steeds leger wordt, slechts hier en daar een boerderij en als we daar langs rijden krijg ik de indruk dat we een bezienswaardigheid zijn voor de bewoners die ons misschien wel voor gek verklaren. Misschien waren we dat ook wel een beetje, want voorbij het plaatsje Doodstil veranderde onze weg in iets wat meer op een karrenspoor leek en samen met de inmiddels gestaag vallende regen en de Groningse klei meer geschikt was voor een terreinmotor dan onze toermotoren.
Gelukkig duurde deze beproeving niet zo lang en waren we al vlak bij het restaurant het Zielhoes wat Jan als lunch plaats had uitgekozen. Dat Zielhoes was het voormalige woonhuis van de sluiswachter die de uitwateringssluis voor het gebied ten noorden van Usquert bediende. Deze uitwateringssluis is later vervangen door een gemaal zodat het waterpeil in dat gebied beter gereguleerd kon worden en hier ligt ook de link van onze toerleider met Noordpolderzijl. Jammer van het weer, waardoor er niemand van ons de dijk opgegaan is om naar het gemaal en/ of het buitendijkse en regelmatig droogvallende haventje te gaan kijken.
Na de lunch leek het mij goed om er de regenbroek nog maar even bij aan te trekken en dat bleek maar goed ook. Omdat de route in het vervolgstuk ook zo’n karrenspoor was opgenomen heeft Jan wijselijk hier de route iets verlegd, maar verder heb ik mij verbaasd over de fraaie kronkelende landweggetjes die daar in het “hoge” noorden voor komen. Zo hebben we nog heel wat van het landschap boven Groningen kunnen genieten. Langs het westelijk deel van de stad Groningen komen we langs plaatsjes als Aduard en verderop Roden waar we nog even gestopt hebben voor een drankje.
Hier ongeveer werd het weer ook wat droger zodat we na deze pauze bij droog weer verder konden. Via plaatsen als Norg en Bovensmilde zijn we verder gereden richting TT-baan bij Assen. Vroeger was de TT-baan openbare weg als er geen evenementen waren, maar nu kun je er alleen maar omheen rijden en wel zodanig dat je van de baan niets kunt zien, hoewel een deel van die weg oorspronkelijk wel TT-baan was in de tijd dat de baan nog 17 km lang was. Zo waren we nu toch wel duidelijk op de terugweg en hebben we nog binnenwegen parallel aan de autoweg gevolgd via Hooghalen, Bijlen en Hoogeveen. Daar zijn we de autoweg A28 opgedraaid en verder via de N48 naar Raalte gereden. Nog even langs Heeten waardoor we om ongeveer half zes weer op ons vertrekpunt aankwamen.
Jaap van den Berge
Naar boven