Woudagemaal ◂ ▸
Verslag rit naar het Woudagemaal
Negenentwintig April om twintig minuten voor tien kom ik aanrijden bij De Lindeboom, denkend dat ik wel de eerste zal zijn. Maar nee hoor Mau Pi staat er al en zo langzamerhand komen er meer. Hopend op tenminste 15 deelnemers, want dan krijgen we als groep reductie op de entreekosten en kan ik een rondleider claimen, loopt het nog geen storm.
Na Ronald en Jos komt Harry Brunnekreeft, dan Francis en José, de familie Pasman en als laatste de Koolhof’s. Tot 11 zijn we dan gekomen en meer zullen het ook niet worden, ondanks dat ik nog op Johan gehoopt had omdat hij mij de avond ervoor nog belde met het verzoek om de route nog een keer per e-mail te sturen; van de site was het hem niet gelukt.
Even na tien uur de motoren gestart bij mooi droog, maar bewolkt weer en ca. 11 graden op de thermometer.
De heenreis verliep langs de oostzijde van de IJssel via Boerkamp en Ittersum naar Zwolle. Daar gingen we langs de nieuwe buitenwijk aan de noordkant richting Hasselt. Van daar naar Zwartsluis is er eigenlijk maar één route denkbaar en dat is over de dijk langs het Zwarte Water. In Zwartsluis via wat binnenwegen naar Barsbeek en
St. Jansklooster. Uiterst merkwaardig als je daar dan ineens aan het begin van het dorp een hoge toren in aanbouw ziet staan. Dichterbij gekomen zie je dan aan de stijgers een groot spandoek bevestigd waarop staat aangegeven dat het hier gaat om de renovatie en verbouw tot woonappartementen van de bestaande watertoren.
Even verderop gaat het fout. De navigatie geeft aan dat we ergens rechts af moeten, maar daar blijkt “verboden voor auto’s en motoren”. Dan maar rechtdoor en zoeken naar de eerstvolgende gelegenheid om toch de route weer op te kunnen pakken. Via een omweg weer terug bij de route, maar nu staat er een bord wat aangeeft dat je niet links- en niet rechtsaf mag rijden. Even verderop is er een parkeergelegenheid aan de linkerzijde van de weg en daar maar even gestopt. Toch wel fantastisch; alle mederijders volgen keurig de voorrijder, ondanks dat hun navigatie wat anders aangeeft. Zo blijft de groep netjes bij elkaar en hoeft er niemand gezocht te worden. Na wat overleg een alternatieve route gekozen, zodat we in de buurt van Blokzijl weer terug op het goede spoor zijn. Het volgende markante punt is Kuinre waar we de rustpauze in het restaurant de Wipkip houden.
Na de lunch verder richting Lemmer, naar het Woudagemaal wat in feite bij de plaats Tacozijl ligt.
Hier is het nodige veranderd sinds we daar als IJselrijders op 20 oktober 2002 al eerder zijn geweest. Niet zo zeer het gemaal zelf, maar er is een hagelnieuw bezoekerscentrum bijgebouwd, wat nog maar een jaar geopend is. In dit bezoekerscentrum zijn we ontvangen met een 3D-film (met brilletjes) en één van de rondleiders die een heldere uiteenzetting gaf over het ontstaan van het gemaal en wat de rol van Ir D.F. Wouda daar in geweest is. Daarna ging de rondleiding via een loopbrug naar het gebouw. Daar wees de rondleider ons op de aanwezige sluisdeuren aan de uitgangszijde van het gemaal.
Deze waren bedoeld als vloeddeuren en dienden om tijdens extreem hoge waterstanden in het IJsselmeer het gemaal te beschermen. Nu niet meer van belang, maar ten tijde van de bouw, van 1915 tot 1920, stond het IJsselmeer nog in open verbinding met de Waddenzee. De afsluitdijk is pas in 1932 gelegd. Nu is het niveauverschil van het water aan beide kante van het gemaal ca 50cm. Een ander kenmerk van het gemaal is dat het hier gaat om een nog operationeel door stoommachines aangedreven gemaal, bestaande uit 8 centrifugaalpompen. De stoom werd tot ongeveer 1955 opgewekt door 6 kolen gestookte stoomketels.
Daarna is men overgeschakeld op 4 olie gestookte ketels. Voordeel hiervan is dat voor het “op stoom”komen van het gemaal vroeger 24 uur nodig was, terwijl het nu nog maar 6 uur duurt vanaf de vraag om het gemaal “bij te schakelen” tot dat er daadwerkelijk gepompt kan worden.
Na de rondleiding hebben we in de kantine nog even een kopje koffie gedronken en de tentoonstellingsruimte bekeken. Om ongeveer half vier was het weer tijd om op de motoren te stappen en vertrokken we met één motor minder richting Noordoostpolder. Mau Pi Ferrari wilde in Friesland blijven voor familiebezoek. In de N.O.P. wordt tegenwoordig veel aan bloembollenkweek gedaan en dit is nu juist de tijd waarin we langs diverse kleurige landerijen konden rijden. In de buurt van het voormalige eiland Schokland was er zowaar nog een smal slingerweggetje door het bos, zodat de N.O.P. niet alleen maar uit rechte wegen bestaat. In de buurt van Ens ligt een nieuw stuk autoweg, waardoor ook hier de navigatie niet meer klopte, maar met een klein omweg was dit eenvoudig op te lossen. Bij Ramspol ging er juist een schip door de brug, waardoor we daar nog even een korte stop hadden. Verder richting Kampen en nu eens niet meer langs de IJssel en langs Zalk, maar wat westelijker richting Hattemerbroek. Vandaar richting Hattem en via een bosweggetje richting IJsseldijk, maar die vlieger ging niet op want het bosweggetje bleek een onverhard pad en na ca. 100m ook nog verboden voor auto’s en motoren. Dus toch maar door naar de buitenwijken van Hattem om daar de weg naar Heerde op te zoeken. De aansluiting naar de IJsseldijk is snel gevonden en daarmee de route naar Deventer, waar zowel Ronald als Jos bij de Wilhelminabrug van ons afscheid namen. Met de resterende motorrijders ben ik om ca. half zes weer teruggekomen bij de Lindeboom.
Jaap van den Berge
Naar boven